
Gebruiksaanwijzing
14
Geschikte pannen
Met de juiste pannen voorkomt u schaden aan het toestel.
• De bodem moet zo dik en vlak mogelijk zijn. Een ruwe bodem krast bij
het verschuiven de kookplaat.
• Potten en pannen van gietijzer of met randen en bramen kunnen blij-
vende krassen achterlaten.
1
Let op: Voorkom dat potten en pannen leegkoken. De bodem kan daar-
bij kapot gaan en de keramische plaat beschadigd worden.
Bedienen van de kookplaatsen
3
Bij het inschakelen van een kookzone kan deze kort zoemen. Dat is een
eigenschap van alle keramische kookzones en heeft geen invloed op het
functioneren of de levensduur van het toestel.
Kookstanden
• Tussen 1-9 kunt u 14 kookstanden (inclusief tussenstanden) instellen.
• Tussenstanden kunt u tussen 2 tot 7 kiezen. Deze hebben een punt
tussen de verwarmingsstanden.
1 = kleinste capaciteit
9 = hoogste capaciteit
K = Inschakeling duokring-/braadpanzone
Comentarios a estos manuales