
Gebruiksaanwijzing
26
Braden
Voor het braden de ovenfunctie Infratherm I of Boven-/
Onderwarmte
O gebruiken.
Braadpannen
• Voor het braden is elke hittebestendige pot of pan geschikt.
• Let er bij pannen met kunststof grepen op dat deze hittebestendig
zijn.
• Grote braadstukken kunt u direct op de universele plaat of op het
rooster met daaronder de universele plaat braden (bijv. kalkoen,
gans, 3-4 haantjes, 3-4 bouten).
• Alle magere vleessoorten raden wij aan in de braadpan met deksel
te braden (bijv. kalfs- of rundsuddervlees, diepgevroren vlees). Zo
blijft het vlees sappiger.
• Alle vleessoorten die een korstje moeten krijgen kunt u in de braad-
pan zonder deksel braden (bijv. varkens-, lams of schapenbraadstuk,
1-2 bouten, eend, 1-2 haantjes, klein gevogelte, rosbief, filet, wild).
• Tip: Als u in een pan braadt (in het bijzonder kleine hoeveelheden),
wordt de oven minder vuil!
Inzetniveaus
• De inzetniveaus staan in de volgende tabel.
Aanwijzingen bij de braadtabellen
In de tabel vindt u voor verschillende vleessoorten aanwijzingen voor
de geschikte ovenfunctie, temperatuurinstelling, gaartijd en inzetni-
veau. De gaartijdgegevens zijn richtwaarden.
• Wij raden aan vlees en vis pas vanaf 1 kg in de oven te braden.
• In het algemeen is voor zeer mager vlees zoals vis of wild de functie
Boven-/Onderwarmte zeer geschikt
O. Voor alle andere vleessoorten
(in het bijzonder gevogelte) raden wij de functie Infratherm aan
I.
• De noodzakelijke gaartijd hangt af van de soort en de kwaliteit van
het vlees.
• Om inbranden van vleessap of vet te voorkomen raden wij aan een
beetje vocht in de braadpan te doen.
• Vlees na ca. 2/3 van de braadtijd omdraaien.
2
Schakel de oven 10-15 minuten voor het eind van de braadtijd uit om
de nawarmte te gebruiken.
Comentarios a estos manuales